Met dank aan de familie Maesen.
We zien hier in 1956 Gerard Maesen aan het werk op de ouderlijke hoeve met hun eigen pikbinder getrokken door een driespan. Van pure paardenkracht gesproken! Alles wat met techniek en machinerie te zien had, wist hem te boeien. Al snel werd Gerard ook gebeten door de loonwerkersmicrobe, als jonge knaap ging hij immers aan de slag bij loonbedrijf Deltour waar hij de stiel leerde.
De dorstrein van loonwerken Deltour in 1960, de indrukwekkende zescilinder-Gardner-trekker nam de Hoflack-pers en de Mavag-dorskast mee op sleeptouw. Deze Mavag-dorskast van Hongaarse makelij was een vijf-schudder.
In 1967 besluit Gerard zijn werk bij loonbedrijf Deltour op te geven en zich volledig te settelen als zelfstandig loonwerker. Zijn carrière als loonwerker was al voor een stuk gestart door dat hij al reeds aan de slag was als zelfstandig loonsproeier. Dit met een sproeivat gebouwd op een 25-pk sterke Unimog, daarnaast deed hij ook nog wat handel in sproeistoffen. Al reeds aan de slag als zelfstandig loonsproeier, wist hij zich ook al snel op te werken als een gevestigde waarde in de bietenteelt. In 1970 werden de bieten gerooid met onder meer deze Massey Ferguson 188 Multi-Power en Stoll bietenrooier. Op een gegeven moment waren er maar liefst vier bietenzaaimachines , als ook vier van deze Stoll bietenrooiers aanwezig op het bedrijf.
Een andere combinatie die ook werd gevormd is deze John Deere 3030 met een Stoll bietenrooier.
Vooraleer er iets kan worden geoogst, moest er natuurlijk eerst iets worden gezaaid. In 1968 zaaide men onder andere met deze Massey Ferguson 188 Multi-Power voorzien van een TANK zaaimachine.
Het is al sinds 1960 dat men hier aan loonsproeien doet. Eind jaren 60 – begin jaren 70 klopte er een Massey Ferguson hart in Gerard , hij was zelfs zo’n fanatieke liefhebber van dit merk, dat hij zijn blauwe Delvano veldspuit herspuit in het Massey Ferguson rood en zelfs de front grill aanpast naar een Massey Ferguson.
De Herriau 3-rij in 1972. Destijds een imposante machine, na genoeg er nog geen 6-rij rooiers voor handen waren toen. Een exemplaar van deze destijds revolutionaire machine werd in de westhoek in 1971 als eerstes in gebruik genomen door loonbedrijf Castel uit Ieper. De rooiers waren uitgerust met een Perkins Diesel 6372 die zo bij zo’n 2000 toeren 105 pk opleverde. Met deze machine kon toen tot zo’n 3,5 hectare worden gerooid op een dag. Een bijzonder groot pluspunt was toen ook dat het loofklappen en rooien nu gebeurde onder de ogen van de chauffeur die zo permanent zijn werk kon controleren.
Zaaien midden jaren 70, dit met een toch wel iconische trekker. Een Ford 7000 met in de hef een 8-rij Monosem zaaimachine.
Ook een tweede Ford 7000 werd ingezet tijdens het zaaien, deze met een 12-rij Monosem zaaimachine.
Begin jaren 70 , kondigde de maïsoogst zich aan als de oogst van de toekomst. Heel wat bedrijven investeerden dan immers ook in aangepast oogstmateriaal. Ook Gerard sprong in 1974 mee op de trein en investeerde in een eigen hakselteam. Direct werd het een serieuze vuurdoop, want het beruchte najaar van 1974 werd voor velen een echte veldslag op de maïspercelen. Het maïs hakselen gebeurde midden jaren 70 hier door deze Claas SF 60 met naast naast hem de imposante Renault 951-4 met een Record silagewagen. Deze laatst noemde was er van 1974 tot 1976 in dienst.
Ook op de put kon je prachtig materiaal aantreffen, deze logge Ford County 1124 met een Debuf cabine. Een echte mastodont was het en wist hier in 1976 de kuil goed aan te drukken.
Een Ford 7000 nam eind jaren 70 de plaats in voor de TANK zaaimachine.
Met de opkomst van de 6-rij rooiers , verdween de ooit revolutionaire 3-rij Herriau snel op de achtergrond. Men investeerde dan ook in een 6-rij Herriau rooier en monteerde deze op hun Ford 5000 Super Six. De kipwagen achter de John Deere 3030, is een omgebouwde Mercedes-Benz vrachtwagen en de wagen was zo al reeds voorzien van tractie. Ook een Ford 7000 was er van de partij om mee het bietenloof naar de hoeve te brengen, met een knappe DEROO hooglosser.
De bieten werden op hun beurt geladen met hun eerst aangekochte Dewulf lader in 1978.
Ook een aparte verschijning in 1978, een 10-ton Allis-Chalmers shovel. Deze kleine krachtpatser was voorzien van een AIC-motor en word vooral gebruikt om de kalkwagen te laden. Maar als ook om er mee draf, pulp en wortelen op te scheppen.
Om de maïs te zaaien in 1981 werd gebruik gemaakt van deze John Deere 3030 met een Nodet Pneumasem 2 zaaimachine.
Rond 1980 zagen we al reeds een opvolger van de Claas SF 60 aan het werk, de Claas SF 80.
Het frezen van grasland gebeurde in 1983 met deze Ford 6610 , tijdens het frezen werd ook een middel gebruikt tegen pemen. Het gebruikte product verdampte vrijwel onmiddellijk.
In 1982 werd een tweede Claas SF 80 aangekocht. Sedert dien is men tot anno 2016 al altijd met twee hakselploegen op pad. Deze tweede machine werd in 1984 door Gerard zelf voorzien van een kleine bunker met zware en lange pistons van een afgedankte raketinstallatie van op een legertruck. Deze bunker was ideaal voor de buitenronde af te rijden en tijdens het doorsteken.
Ook in natte omstandigheden wist men hun mannetje te staan.
Ook op de put zagen we inmiddels de komst van een tweede Ford County 1124, deze werd in bruikleen gesteld door destijds Ford garage De Lille.
In 1982 kwam deze in Poperinge gebouwde Allaeys spuitmachine erbij in het machinepark van Maesen.
De zaaicombinaties verjongden ook door de jaren heen, met de komst van de 10 series van Ford.
Het zaaien van bonen bood men ook al vanaf begin af aan, als loonactiviteit. In 1984 was het deze Ford 8210 GEN II die de klus klaarde met een 8-rij Nodet zaaimachine.
Men had hier al jaren ervaring met sproeien tegen onkruid en ziektes. Maar ook op een iets meer biologische manier ging men aan de slag. Door te schoffelen met deze Ford 6610.
Investeren is vooruit gaan, in 1985 zagen we inmiddels dan ook een nieuwe Dewulf R 6000 lader het bietenteam versterken.
Naast de 6-rij rooier, ging ook deze Ford 6610 met een Stoll rooier nog steeds op pad.
Als ook deze Ford 6610 GEN II werd voor een Stoll rooier geplaatst.
Als de bieten hadden plaats gemaakt, was er opnieuw ruimte om te denken aan de oogst van het volgende jaar. Met onder andere deze John Deere 3640 en Vicon zaaimachine.
Ook de maïsstoppel werd onder gewerkt door deze Ford 6610.
De Ford TW-20 werd eveneens soms op pad gestuurd met een cultivator.
Medio jaren 80 gebeurde het zaaien van maïs ook met hun John Deere 3640 met Nodet Pneumasem 2.
In 1988 gebeurde het kalken met deze prachtige combinatie, een Ford TW-20 met een Kuxmann strooier.
De John Deere 3640 kwam ook al eens voor de Kuxmann strooier te staan.
Einde jaren 80 waren de twee Claas SF 80’s heer en meester in de maïs.
Men was ten huize Maesen niet vies om hun handen uit de mouwen te steken. Men bouwde dan ook eigenhandig een Delvano look-a-like spuitmachine in 1989. Dit met behulp voor het achterste gedeelte , de achterkant van een gesloopte Claas maaidorser en voor het voorste gedeelte , de voorkant van een Dewulf wortelenrooier.
In 1990 werd fors geïnvesteerd , één van de twee Claas SF 80 hakselaars werd vervangen door een Claas Jaguar 695 SL.
Ondertussen was men ook al toe aan de derde en laatste Claas SF 80, deze was ook door Gerard voorzien van een bunker. Als ook van bredere banden en een knappe zonneklep. Ook het voorzetstuk was als iets jonger met deze platte 4-rij kettingbek. Deze hakselaar kwam oorspronkelijk van loonbedrijf Hardeman uit Krombeke en heeft daarna dus hier bij Maesen nog wat jaren dienst gedaan om tenslotte naar een landbouwer te trekken richting Maldegem.
Prachtige maïs teams zagen we tot stand komen. De Claas Jaguar 695 kreeg dan ook het knappe gezelschap van tweemaal een Ford TW-20 met beide een Record silagewagen, een John Deere 3640 met een hooglosser en een Fiat 1880 DT met een Dewulf hooglosser.
Samen met de Ford TW-25 en Record silagewagen vormde de Claas Jaguar 695 SL natuurlijk ook een mooi team.
De Ford County’s waren al van de tonelen verdwenen en hadden plaats gemaakt voor deze Ford 8210 GEN II.
In 1990 verwelkomde men ook deze Dewulf R 7000 T. Deze imposante bietenlader was de tweede door Dewulf geconstrueerde R 7000 T. De primeur van de eerste kon je terug vinden ten huize loonbedrijf Witdouck uit Kain.
De Ford 7600 Super Six met Herriau rooier zorgde nog steeds voor het rooiwerk.
Ook voor het laden van de vergeten groente koolrabi was deze Dewulf R 7000 T uitermate geschikt.
In 1994 kon je ook deze John Deere 3640 met Lely rotoreg terug vinden op de maïs kuil.
De fakkel van het bedrijf werd In 1996 overgedragen van Gerard op zijn zoon Franky Maesen.
Ook deze Ford 8240 SLE behoorde tot het loonbedrijf en zaaide nog steeds met hun Vicon zaaimachine.
In 1996 nam men een volledig omgebouwde 6-rij Herriau zelfrijder in dienst. Deze oud-gediende was voorheen eigendom van loonbedrijf Watteyne uit Ieper waar hij als lader was omgebouwd. Gerard heeft deze dan samen met zijn zonen terug omgebouwd naar een rooier. De krachtbon van deze aparte machine was een MWM 6-cylinder motor die er omgekeerd was ingebouwd. De loofklapper werd volledig zelf vervaardigd en werd voorzien met ontkopmessen van Dewulf. Deze machine leverde jaren aan een stuk prachtig werk af. In 2007 veranderde deze van eigenaar en werkt tot op heden nog altijd bij landbouwer Casteele uit Geluwe.
Na het succes verhaal van de omgebouwde Herriau had men de smaak te pakken voor dergelijke rooiers. Opnieuw een oud gediende van loonbedrijf Watteyne uit Ieper wist men aan te schaffen ditmaal een Riecam RBM 230 met een Gilles TR-14 loopklapper. De machine werd wederom opnieuw volledig omgebouwd, waaronder de spaarbunker werd ook gedemonteerd. Deze krachtige machines konden lang blijven rijden in moeilijke omstandigheden dankzij hun krachtige 230 pk 6-cylinder Deutz-diesel motor.
Ook einde jaren 90 was er nog een Stoll rooier terug te vinden achter de Ford 8210 GEN II.
Een vreemde eend in de bijt op bezoek ten huize Maesen. Een New Holland FX 58 werd er op demo langs gestuurd door de firma Gekiere NV uit Zandvoorde.
Ook de TM-series van New Holland bereiken begin jaren 2000 het machinepark van Maesen. Hier zien we één van hun New Holland TM 135’s aan het werk tijdens het land zaaiklaar maken. Onderstaande foto zou zo rechtstreeks uit de reclamebrochure voor de New Holland TM 135 kunnen komen.
Op tijd en stond moet er ook tijd zijn voor ontspanning, de ontspanning kwam er voor de New Holland TM 135 in de vorm van tractorpulling. Dat mocht je dan ook behoorlijk letterlijk nemen… Het is eens iets anders sport tractoren trekken op het tractorpulling terrein van tractorpulling Beselare, in de plaats van silagewagens over drassige maïsvelden.
Begin jaren 2000 , waren de laatste Claas SF 80 en de Claas Jaguar 695 SL al reeds verleden tijd. Deze hadden plaats geruimd voor een Claas Jaguar 695 Mega en een Claas Jaguar 860. De twee hakselteams samen op de foto.
De ‘Mega’ volop aan het werk in de maïs.
De oudere trekkers zoals hun John Deere 3640 werden nog niet aan de kant geduwd, naast het aanrijden van de maïskuilen mocht deze zich ook uitleven aan de Accord Optima zaaimachine.
Ook al bevielen de Herriau en Riecam rooier hen , toch opteerde men medio jaren 00 om terug te keren naar het oude vertrouwde twee-fase rooien maar met een trekker. Een New Holland TM 135 werd dan ook voorzien van een Gilles rooier en een Gilles TR-14 loofklapper.
De tijd staat niet stil, medio jaren 00 moest ook de Claas Jaguar 695 Mega plaats maken voor verjonging in de vorm van een tweede Claas Jaguar 860 Overdrive.
De ene Claas Jaguar 860 trok er nog op uit met een 6-rij kettingbek.
De John Deere 3640 vergezelde ook het team.
De tweede, de Claas Jaguar 860 Overdrive met een Kemper bek.
Met deze équipe werd de Ford 8240 SLE mee gestuurd om de maïs kuil aan te rijden.
Met twee teams maïs oogsten, vraagt erom om ook heel wat maïs te zaaien. Dit gebeurde onder andere door de New Holland TM 120 met de Accord Optima zaaimachine.
We sluiten de reeks af met een kijk op het geen, waarmee alles gestart is. Het sproeien gebeurde aanvankelijk in de starters jaren door een Unimog voorzien van een spuitmachine. Maar ook zijn carrière afsluiten als loonsproeier deed Gerard op zijn 80ste nog altijd met een wel is waar andere Unimog voorzien van een spuitmachine. Zowel in de prei, de bieten, de maïs, .. geen enkel gewas heeft nog geheimen voor hem inzake onkruidbestrijding.
De microbe laat hem echter nog steeds niet los en hij is dan ook nog altijd op het veld terug te vinden tussen de machines van zijn zonen. Maar ook hoe andere collega’s het er ten velde afbrengen, gaat hij graag nog eens bekijken of gewoon weg bij hem thuis aan het werk tussen zijn eigen knappe oldtimer trekkers. Loonbedrijf Maesen is de dag van vandaag onder leiding van zoon Franky nog steeds een begrip in de streek en is een bedrijf met een prachtige geschiedenis dankzij een immer sympathiek en bedreven iemand als Gerard Maesen.