Met dank aan de familie Devos Norbert.
Liefde en loonwerk, je zou het niet direct met elkaar associëren. Maar toch kan het en dat bewijs kunnen we terug vinden bij de start van het loonbedrijf van Norbert Devos uit het West-Vlaamse Tielt.
Op de ouderlijke hoeve van Norbert had diens pa, landbouwwerken Georges Van Hulle uit Tielt in dienst voor het dorsen. Deze bood Norbert een job aan, welke hij ook aannam. Zo was hij zo’n zestal jaar tewerkgesteld bij loonbedrijf Van Hulle. Met dit werk kom je al eens op verschillende hoeves terecht, als ook op die van de landbouwer De Smet uit Tielt. Waar Norbert dan ook de liefde van zijn leven tegen het lijf liep, Monique De Smet.
Norbert zijn schoonvader, ook een fervent machineliefhebber zag in Norbert geen landbouwer. Terwijl dat Norbert met de gedachte leefde om later te gaan boeren. Maar hij luisterde naar de raad van zijn schoonvader en besloot om op zijn eigen benen te gaan staan als zelfstandig loonwerker in 1967. Gesteund door zijn toekomstige schoonouders en zijn lieftalige vriendin Monique, wie dan ook diens vrouw werd in 1969.
De rode draad in het bedrijf zijn toch wel de tractoren, van de eerste trekker tot de laatste komen ze uit het gamma van de Case / International familie. Met op de ouderlijke hoeve een International D-34 als trekker, werd dit natuurlijk wat met de paplepel ingegeven. Norbert zijn eerste trekkers kwamen van Wilfried Deroo, om vervolgens over te schakelen naar mechanisatiebedrijf Delmote en uiteindelijk kwam hij terecht bij huidig Fendt dealer Quintyn uit Wingene, die destijds Case / International dealer was.
De eerste twee trekkers die Norbert aankocht waren twee International 624 tractoren. Hiervan zien we eer eentje aan de McCormick pers. Met er achter diens schoonvader landbouwer De Smet met zijn David Brown 990 en de hooiwagen.
Het dorsen ging van start met een Mc Cormick / International 8-41. Na het eerste seizoen kwam er al reeds een tweede Mc Cormick / International 8-41 maaidorser bij. Het graan afvoeren gebeurde met een International 624 en een Jagerson graanblazer.
In tussentijd kon de tweede International 624 zich al klaar maken voor het stro te persen.
Al snel werd opnieuw geïnvesteerd in twee tractoren, ditmaal al uit een iets zwaarder segment een International 1046 en een International 844.
Het maïs hakselen ging van start ergens midden jaren 70 met een Pöttinger 2-rij. De machine was door Delmote uit Wortegem voorzien van een stationaire motor, maar deze werd te licht bevonden en de hakselaar draaide uiteindelijk op het vermogen van de International 946. Wat tevens de eerste 4-WD trekker was van het loonbedrijf.
De International 1046 werd ook mee op pad gestuurd, deze wist de mais af te voeren naar de hoeve met een Schuitemaker silagewagen.
Ook een International 523 was er van de partij met een Dewulf mestwagen / silagewagen.
Norbert zijn schoonpa, landbouwer De Smet zorgde zelf voor het aanrijden van de put met zijn David Brown 990 op dubbellucht.
De drie hoofdtrekkers van het loonbedrijf, midden jaren 70. Van links naar rechts : een International 1046, een International 946 en een International 844.
Ook het spreiden van drijfmest was een activiteit dat men van bij den beginne uitvoerde. Eerst met een Ipsam aalton van 3500 liter en wat later al met een tandem Ipsam van zo’n 8500 liter.
Echter durfde deze het als eens in een nat voorjaar hard te verduren krijgen…
Naast het spreiden van stal -en drijfmest , was men in het voorjaar ook paraat om het land te gaan ploegen. Dit met de International 946 en een 3-schaar International 135 ploeg in de hef.
Een echte all-rounder hun International 946 want ook voor het maaien met de PZ werd deze trekker ingezet.
Het gemaaide gras moest ook zijn weg van het veld naar de hoeve vinden. Begin jaren 70 werd dan ook geëxperimenteerd met een Taarup 502 om ook gemaaid gras er mee te gaan hakselen. Deze machine was voorzien van een hakseltrommel met drie rijen van twaalf messen en 2 tegenmessen wat zorgde voor een gehakseld product van vrijwel gelijke lengte.
Werd het gras niet gehakseld, kon het natuurlijk evengoed nog worden in kleine balen geperst. Een werkje voor de International 844 met een Claas pers.
Het rooien van aardappelen was eveneens een activiteit waar men zich in specialiseerde. Hiervoor verkoos men voor Dewulf rooiers. Aangezien men op de ouderlijke hoeve al positieve ervaringen had opgedaan met nog een oude Dewulf rooier op zakken.
Het maaidorsen in de jaren 70 gebeurde ondertussen met twee Claas Mercator’s en de Claas Senator zij aan zij. Al vanaf 1970 hadden de Mc Cormick / International 8-41 hun plaats moeten afstaan aan deze machines van Duitse topkwaliteit.
Na het maaidorsen volgde natuurlijk het persen van stro. Hier met een David Brown 1210 en een Gallignani pers.
Een International 624 ging op stap met de Claas pers.
Er werd voortdurend geïnvesteerd, zoals in een nieuwe Gallignani pers.
Suikerbieten telen werd in de ruime omgeving van Tielt in mindere mate gedaan. Men wilde dan ook hierin niet gaan investeren. Maar verkoos liever te investeren in de vergeten groente, schorseneren. Wederom werd voor de rooiers gekozen voor de kwaliteit van het West-Vlaamse Dewulf. Norbert heeft in zijn carrière geoogst met een drietal varianten van deze Dewulf rooiers.
Voor het rooien van suikerbieten had men geen interesse, echter wel in het rooien van voederbieten. Dit gebeurde met een Van Lengerich rooier, een merk dat tegenwoordig beter bekend is onder de naam BVL.
De tweede Dewulf schorseneren rooier was al reeds voorzien van een vrij grote bunker. Hiervoor werd de David Brown 1210 al wat licht bevonden, een idealer karwei voor de International 946.
Naarmate de jaren 70 vorderden, winde ook het oprapen van gras steeds meer aan populariteit. Daarop werd deze Mengele LAW 350 aangekocht.
Na de getrokken Pöttinger hakselaar werd nog even geëxperimend met een 3-rijïge hakselaar op een trekker gebouwd. Uiteindelijk werd snel de overstap gezet naar het gamma hakselaars dat Claas te bieden had. Waar werd gekozen voor een Claas SF 80 met een 3-rijïge maisbek.
Nostalgie alom met deze Claas SF-80 en Cavero silagewagentjes !
Ook de Dewulf silagewagen mocht nog eens mee. Met in de achtergrond zicht op de veevoederfabriek Schouppe uit Tielt. Wat in 2001 werd overgenomen door voeders Depré uit Beernem.
Een opvallende verschijning in het hakselteam van Norbert, een Ford met eveneens een Cavero silagewagen. Echter was deze Ford trekker slechts een huurtrekker.
Einde jaren 70 verwelkomde men deze prachtige International 1055.
In de jaren 80 werd de capaciteit van het rooien van schorseneren verdubbeld. Dit mocht je vrij letterlijk nemen want er werd wederom een nieuwe Dewulf rooier in gebruik genomen maar ditmaal wel een 2-rijïge machine.
Een indrukwekkende combinatie, de International 946 met een splinternieuwe tandem OVA aalton. Deze tank is eveneens ergens medio jaren 80 nog het pronkstuk van OVA geweest op hun stand tijdens de landbouwbeurs Agro-Expo te Roeselare.
De jaren 80 betekende eveneens de intrede van deze Claas Dominator 86.
Hier aan het lossen bij een toch wel opvallende Berliet bulkvrachtwagen.
Het persen van het stro ging vooruit met deze twee Claas persen.
Vooruitgaan is investeren, er werd dan ook een nieuwe opraapwagen aangekocht. Wederom een Mengele maar ditmaal wel een tandem LAW 360 Super Quadro.
Een nieuwe generatie International trekkers vonden hun weg naar het loonbedrijf van Norbert.
Een International 1056 XL aan de 4-schaar ploeg.
Maïs zaaien met de International 844 en een 4-rijïge Nodet zaaimachine.
Wat ons indirect brengt bij de volgende hakselaar op het bedrijf. De Claas Jaguar 690 met een 4-rijïge maisbek. Een machine met een hoog rendement en heel wat capaciteit, dat vraagt dan ook om grotere afvoercapaciteit. Deze kwam er dan ook bij via hun aangekochte OVA silagewagens.
Landbouwer Raf Van Hoorne stond er altijd op , zelf zijn eigen maïskuil aan te rijden.
De machine even schrobben.
Heel wat schoonheid op één foto, begin jaren 90.
De Case International 1255 XL het beste van zich zelf aan het geven met een 4-schaar ploeg.
Begin jaren 90 betekende wederom de komst van een nieuwe hakselaar. De Claas Jaguar 695 SL met 6-rijïge maisbek, kon direct op heel wat interesse rekenen.
Na jaren aardappelen te hebben gerooid met Dewulf rooiers, werd begin jaren 90 eens gekozen voor een Grimme.
De International 1056 XL aan de slag tijdens het rooien van aardappelen.
Medio jaren 90 was men ondertussen ook actief in het persen van grote balen met een Claas Quadrant 1200.
1995 werd ook een belangrijk jaar, niet alleen door de komst van de Claas Jaguar 880 maar eveneens al hun eerste 8-rijïge maisbek.
Blinkend in zijn vel, de knappe Case International 5150 als kuilrijder.
Liefde is mais aanrijden ?
Twee verschillende generaties broedelijk naast elkander.
In 1998 komt een wolf in schaapskleren aan uit Duitsland. Een nieuwe Claas Jaguar 880, maar schijn bedriegt. Dit was echter de nieuwe Claas Jaguar 900 serie maar nog in een testfase en vandaar nog voorzien van de oude beplating. in schaapskleren met de beplating van een Claas Jaguar 880.
Ook de kuilrijder is ondertussen vervangen door een Case MX 135.
In de laatste jaren dat het loonbedrijf actief was in de mais, was het machine machinepark niet bijzonder veel veranderd. Behalve dat er nu een officiële Claas Jaguar 900 rond reed en dat de OVA silagewagens plaats hadden gemaakt voor DEWA silagewagens. Het laatste mais seizoen van Norbert hebben we ook eens live meegemaakt. Wat me toen opviel was dat er nergens nog naamstickers te bespeuren waren op zijn machines. Hiervoor had Norbert een eenvoudige verklaring voor, reclame op de machines is niet belangrijk, goed werk leveren dat is de beste reclame die er is.
In 2005 werd het loonbedrijf stop gezet. Maar de microbe zit nog steeds in Norbert en je kan hem dan ook vaak terugvinden bij één van zijn schoonzonen, Wim Van Bruwaene. Die eveneens samen met zijn broers een loonbedrijf uitbaad. Hier springt Norbert af en toe nog eens bij, vooral in het ploegen. Het loonwerk is op zijn pensioen zo ook nog een stuk zijn hobby geworden. Die hij met hart en ziel beoefend al zijn hele leven lang.