Met dank aan de familie De Vleesschauwer.
Landbouwmachines kunnen je hele leven beheersen, dit is zo ook bij Daniel De Vleesschauwer uit Boekhoute. Al van in zijn jeugdjaren was Daniel vertrouwd met landbouwmaterieel. Want na zijn schooluren kon je hem vaak terug vinden bij loondorser Verloock André eveneens uit Boekhoute waar hij maar al te graag meehielp tijdens het persen en dorsen. Eveneens zijn vader Arthur De Vleessschauwer kon je er aan het werk terug vinden, die daarnaast als landbouwer en kolenhandelaar actief was.
Op onderstaande foto’s zien we Daniel in 1956 na zijn schooluren aan het werk bij loondorser Verloock. De Massey Harris trekker voorzien van een 6-cilinder Perkins motor en de Bamford pers deze was eveneens voorzien van een 2-cilinder motor tijdens het persen van stro.
Aan het persen bij Pol Neyt.
De eerste maaidorser van loondorser Verloock, een Lanz. Na jaren te hebben rond getrokken met een Geringhoff dorskast deed dus ook hier de zelfrijdende maaidorser zijn intrede in 1956. Een ijzersterk team vader en zoon De Vleesschauwer samen aan het werk.
Daniel zo fier als een gieter aan het stuur van een 28-pk sterke Massey Ferguson TEF-20 in 1961.
In 1965 besloot Daniel op eigen benen te staan en werd gestart met een International 523 trekker om ermee te gaan maaien en pletten van gras.
In 1968 is ondertussen deze Ford 5000 het team komen versterken. We zien hem dan ook hier startklaar om te gaan persen met de New Holland 268.
Een overzicht op het erf in 1969.
Het zaaien van bieten voerde men ook uit als landbouwactiviteit. Dit gebeurde in 1970 met een 12-rij Kleine zaaimachine, die toen al reeds kon samenvouwen! Deze zaaimachine kon je toen achterop de International 724 terug vinden. Hier werd een perceel ingezaaid voor landbouwer Etienne Borne.
Een tweede Ford 5000 werd verwelkomd in 1972.
In 1973 verwelkomde men deze gloednieuwe Steyr 1090.
Ook het maaidorsen was een belangrijke activiteit hier. De eerste maaidorser die werd aangeschaft was een Clayson M 135. Later volgden nog een Clayson M 140 en twee Clayson’s 1545.
Het maaidorsen in 1973 met de Clayson M 140 en een Clayson 1545.
De Clayson M 140 zich aan het ontdoen van zijn lading.
De Clayson M 140 beschikte over een 3m60 breed maaibord.
Er werd in der tijd vaak gedorsen na 16 uur om kwaliteitsvoller en langer stro te hebben. Wat resulteerde dat er maar liefst drie perscombinaties vandoen waren om het stro tijdig geperst te krijgen.
Eén van deze combinaties was deze Zetor 6718 met New Holland 286 pers.
Een tweede perscombinatie was de International 724 die de baan op ging met een New Holland 276 pers.
Het rooien van bieten gebeurde in drie fasen met een Moreau ontbladeraar -en rooier om ze vervolgens met een Gilles lader op te laden. Ook werd er even gerooid met een Kleine bietenrooier en tenslotte zelfs met een zelfrijder Vervaet en Heyens.
De najaarswerkzaamheden van 1974 waren niet bepaald een lachertje. De extreme natte zorgde over heel het land voor enorm veel problemen tijdens de oogstwerkzaamheden. Ook de bietenoogst verliep voor Daniel niet vlekkeloos.De suikerfabriek van Moerbeke vorderde ook het Belgisch leger op om de loonwerkers -en landbouwers in nood te helpen bij de oogst.
Twee soldaten aan het poseren voor een rupsvoertuig van het leger, samen met Daniel zijn dochter Sabine
Het ontbladeren van de bieten gebeurde met een Ford 5000 en een getrokken Moreau ontbladeraar.
De Zetor 8011 moest net als het leger ook een handje helpen aan de Ford 5000 met de getrokken Moreau ontbladeraar.
De Zetor 8011 had op zijn beurt dan weer hulp nodig van de International 724.
Eens de Zetor 8011 terug op vrije voet, kon het rooien met de Moreau rooier verder gaan.
Voor de aardappelenoogst deed men beroep op een 4-rij Cramer om de aardappelen te planten.
De aardappelen oogsten gebeurde vervolgens zoals hier in 1975 met de Ford 5000 en de 2-rij Goossens rooier.
In 1976 richtte hij ook zijn pijlen op de maïsoogst, dit met een Laverda TA-150. Een bijzondere hakselaar die twee seizoenen sleet met een 2-rij bek en dan vervolgens met een 3-rij de mais in dook.
Al even bijzonder was één van zijn afvoercombinaties een zelfgebouwde landbouwtruck op basis van een M.A.N 630 L2A of ook bekend als een M.A.N Polycar.
Een welbekend transport in de suikerfabriek van Moerbeke , zijn 6-cilinder Volvo-BM T810 met een Dewa kipper in 1979.
Het laden van die bieten gebeurde aanvankelijk met dit opbouw Thomas kraantje. Al snel volgde een Atlas bandenkraan.
In 1982 werd het loonwerk stop gezet en is het bedrijf volledig overgeschakeld op transport. Maar niet alleen met tractoren maar ook al met vrachtwagens. Die uiteindelijk ook voor bulktransport werden ingezet. In 1993 is daarnaast dan nog de Spoelhal Rosteyne opgericht. Een bedrijf gespecialiseerd in tankcleaning en truckwash. Tegenwoordig is de algemene leiding in de handen van Daniel’s kinderen Sabine en Wim, dochter Veerle besloot een andere weg in te slaan. Daniel mag dan wel al zoveel jaren uit de landbouwsector gestapt zijn, toch zit de microbe nog steeds in zijn bloed. In zijn loods kan je dan nog steeds naast zijn 2 Scania trucks nog enkele knap gerestaureerde oldtimer tractoren terug vinden.
Nog even een blik op de toch wel knappe vrachtwagenvloot van Daniel.
Een pareltje en een echt pronkstuk als afsluiter, één van de Scania 143 H Torpedo vrachtwagens.