Met dank aan de familie Verkest.
De Kwaremont, een welbekende helling voor kasseivreters, alsook een lekker, pittig blond biertje. Maar het is natuurlijk ook de thuishaven van landbouwwerken Verkest. Georges Verkest mag dan wel geen pittig blondje zijn als het bier, maar pit had hij wel. Want afkomstig uit een landbouwersgezin van 13 kinderen besloot Georges op eigen benen te gaan staan in 1967.
Georges draaide al enkele jaren mee als chauffeur op twee naburige loonbedrijven. Maar de meeste ervaring in het dorsen kwam er bij buur -en landbouwer Ghislain Lacres. Deze had zich een kleine Massey Ferguson maaidorser aangeschaft maar dit was eigenlijk een te dure investering voor het geen hij maar moest oogsten. Daarop stelde die voor aan Georges om er mee bij collega landbouwers te gaan maaidorsen. Al snel kreeg de kleine maaidorser nu teveel werk. De eerste stap van Georges naar het loonwerk werd dan ook gezet met de aankoop van een grotere Massey Ferguson 500 maaidorser en een poos later een Massey Ferguson 165 trekker.
Een loonwerkerstrekker bij uitstek de Massey Ferguson 165 Mark III, hier voorop de balenpers.
Op een kleine maar handige Massey Ferguson 35 X kon men eveneens beroep doen. Welke de graankar mee wist te nemen tijdens de zomermaanden.
De Massey Ferguson 500, de eerst aangekochte maaidorser van Georges.
Ook tijdens het ploegen stond de kleine Massey Ferguson 35 X zijn mannetje.
In 1972 werd de eerste kassei gelegd voor de hoofdactiviteit van het bedrijf tot op heden. Namelijk het hakselen van maïs. Dit was toen nog met een 1-rij Feraboli. Daarop kwam er al snel kwam er een Mengele 2-rij in de plaats.
De Mengele 2-rij werd in 1974 achterop een maar liefst 135-pk sterke Massey Ferguson 1135 geplaatst! De landbouwers stonden destijds dan zelf in voor het helpen afvoeren van de gehakselde mais.
Het maaidorsen zagen we in de eerste helft van de jaren 70 gebeuren met twee, namelijk door deze Massey Ferguson 500 en een 510.
Naar begin jaren 80 toe, was de vraag om mais te hakselen zodanig groot, dat men besloot een tweede hakselteam op te richten. Men kocht dan ook nog een Mengele 3-rij aan.
De Massey Ferguson 2680 2-WD diende als aandrijvende kracht voor de Mengele 3-rij.
Eveneens begin de jaren 80 gebeurde het maaidorsen nog met de Massey Ferguson 510.
Maar deze kreeg ondertussen wel versterking van een Massey Ferguson 620 Super II, welke ook in het dorsen van graszaad werd gebruikt. Waarvan in de top jaren, toch wel zo’n 150 hectare werd gedorsen.
Het oprapen van gras startte men in 1982 dit met een Pöttinger Silo-Profi opraapwagen. De toen nog nagelnieuwe Massey Ferguson 2680 werd voorop de wagen geplaatst. De trekker waarmee zoon Geert op 15-jarige leeftijd leerde rijden. Een trekker die hem dan ook lang is bijgebleven en waarmee hij als het ware ook een emotionele band had opgebouwd.
De 130 trappelende paardjes onder de motorkap kwamen ook goed van pas aan de Kuhn EL 140 grondfrees.
Aan indrukwekkende trekkers geen gebrek, wat dacht je van deze stoere Massey Ferguson 1104-4 welke gelijk kon worden gesteld aan een Landini 9500 DT.
Medio jaren 80 waren zelfrijdende hakselaars heer en meester in de mais velden. Georges bleef dan ook niet bij de pakken zitten en kocht zich meteen een indrukwekkende hakselaar over van een stopgezet bedrijf uit Zingem, een Martens Systems bunkerhakselaar. Georges voorzag deze machine eigenhandig van een 4×4 aandrijving. Met de vrije ruimte onderaan van bijna een halve meter was dit een niet te stoppen machine!
Het areaal mais ging jaar per jaar zienderogen vooruit. Oorspronkelijk zaaide men de mais met een 4-rijïge Becker zaaimachine, maar sedert 1987 kon men beroep doen op een 6-rijïge Becker zaaimachine.
Ondertussen had men ook al een exclusieve trekker verwelkomd. Een Zilverkleurige Massey Ferguson 2680 Electronic waarvan er slechts een 25-tal stuks van in België zijn ingevoerd geweest. Deze Zilveren editie werd uitgebracht ter ere van het 25-jarig jubileum van de oprichting van de Franse fabriek te Beauvais in 1960. Georges kreeg hierbij een plaat met een persoonlijke tot hem gerichte tekst in het Frans weliswaar.
Het waren ook handige harry’s ten huize Verkest, zo construeerde men onder andere hun eigen silagewagens. Zoals dit knappe voorbeeld hier onderaan in beeld.
Zoals reeds vermeld de zelfrijders waren aan een opmars bezig. In 1987 werd de Mengele 3-rij bedankt voor bewezen diensten en kreeg de Jan Martens nieuw gezelschap. Een tweede zelfrijder dus, een Claas SF-80.
Hier aan het werk, samen met de Massey Ferguson 1104-4 met een zelfbouw silagewagen.
Vanaf 1974 werden er ook aardappelen gerooid, aanvankelijk met een Goossens 1-rij. Later kwamen er nadien nog enkel Goossens rooiers op het bedrijf. Dit tot de laatste twee jaar dat men rooide, want dat werd toen een karwei voor de AVR zelfrijder, De aardappelenoogst werd vanaf 1999 afgestoten.
Aardappelen rooien midden jaren 80 met een 2-rij Goossens rooier. Een mooi karwei voor de Massey Ferguson 2680.
Om het veelal nog overtollige loof weg te krijgen, construeerde men bij Verkest in samenspraak met de firma Goossens een loofklapper.
De toch wel indrukwekkende trekkervloot eind de jaren 80. Van links naar rechts : Een Massey Ferguson 590 , 2680 , 698 , 1104-4 , 2685 en tenslotte een Massey Ferguson 3090.
De Massey Ferguson maaidorsers hadden ondertussen ook al reeds plaats gemaakt voor deze twee Claas Dominator 96 en 98S maaidorsers.
De jaren 90 braken aan en wederom zien we een nieuwe hakselaar verschijnen ditmaal een Claas Jaguar 690.
Een evenwichtig voedingspatroon voor de Claas Jaguar 690. Naast het vele gras, kreeg deze ook flinke porties mais voorgeschoteld. Ondertussen had men ook opnieuw een paar knappe silagewagens geconstrueerd. Ditmaal op basis van bakken afkomstig van oude Claas opraapwagens. Deze bakken van 28 kubiek werden op een M.A.N en een Deutz-Magirus chassis geplaatst.
Ook de Massey Ferguson 698 ging nog mee op pad met de enkelas zelfbouw silagewagen.
De Massey Ferugson 590 mocht ook af en toe nog eens meerijden met de DEWA silagewagen.
De toch opvallende zilveren Massey Ferguson 2685 hier voor de Claas Rollant 250.
De ronde balen voordroog werden nadien nog gewikkeld in plastiek en verzameld. het wikkelen deed men echter niet zelf, dit werd uitbesteed aan collega loonwerker Luc Coetsier uit Ruien nabij Kluisbergen. Om de pakken te verzamelen werd hun eigen Massey Ferguson 1104-4 voorzien van een Stoll frontlader.
De Claas Jaguar 860 deed zijn intrede in 1999. Tot in 2014 reed men met 2 hakselteams, op het laatste bleef de Claas Jaguar 690 permanent op gras staan. Het gras hakselen werd stilletjes meer en meer omgezet in het oprapen van gras met de opraapwagen, welke weer aan populariteit won. Zowel het gras en mais hakselen werd vanaf 2017 tot op heden uitgevoerd met hun Claas Jaguar 870. De zilveren Massey Ferguson 2685 en de Massey Ferguson 2725 werden ook meegestuurd met de silagewagens.
De put zal zeker genoeg aangereden geweest zijn met het nog eens extra aandrukken door de Claas Jaguar 860.
In de tweede helft van de jaren 90 werd deze Claas Lexion 405 verwelkomd.
In 1992 trad huidig zaakvoerder Geert Verkest samen met zijn broer in de voetsporen van Georges. Tot 1999, sindsdien ging Geert samen met zijn vrouw Nancy De Baere alleen verder met het bedrijf. De aardappelen en het maaidorsen werden stopgezet en er werd verder geïnvesteerd in het hakselen, alsook vanaf 2002 in het mest voeren. Daarnaast doet Geert ook nog heel wat onderhoudswerken voor de landbouw –en industrie. Even fier als op zijn loonbedrijf is Geert op zijn 2 kinderen Lindsey en Yentl. Deze laatst noemde is anno 2020 misschien nog maar 17 maar ziet het al heel goed zitten om de fakkel over te nemen in de toekomst. Wat dus op zich mooie vooruitzichten zijn voor dit knap loonbedrijf!